“Laveren tussen Koopman en Dominee, ethiek in de fiscale praktijk”.
Op 12 april vond ons jaarlijks symposium wederom plaats in een uitstekende ambiance. De zaal was goed gevuld met toehoorders van de zijde van de NOB, VHMF en diverse universiteiten en met een relatief groot aantal niet georganiseerde belastingdienstcollega’s. Ondanks dat de cartoon op de uitnodiging deed vermoeden dat de Koopman en de Dominee de toehoorders goed in de kist zouden weten te houden, is het symposium in een zeer open en uitnodigende sfeer verlopen.
Na de eerste bemoedigende woorden van Erik Rutten opende dagvoorzitter prof. Jan van der Geld het symposium door het woord te geven aan Staatssecretaris Frans Weekers. De Stas wees in zijn boodschap (dit keer op video, wegens fysiek verblijf in het buitenland) de toehoorders nog eens extra op het belang van ethiek in de fiscale praktijk. Hij verwees ter ondersteuning van zijn betoog naar de vorig jaar gehouden afscheidsrede van prof. Richard Happé.
Vervolgens gaf prof. Stan Sevens in zijn referaat “Toepassing van de fiscale wetgeving in tijden van financiële crisis” zijn visie op het actuele en zeer boeiende symposiumthema. Hij onderkent in dit thema drie relevante stromingen. De eerste is burgerschap, met het accent op maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij publieke transparantie en het aanspreekbaar zijn op fiscaal gedrag de boventoon zouden moeten voeren. De tweede stroming is juridisering, waarin fiscaal instrumentalisme en de aantasting van de morele integriteit van het fiscale stelsel steeds vaker het accent bepalen. Met tenslotte als derde stroming de globalisering, welke met name gedomineerd wordt door de (efficiëncy)prikkel om fiscale kosten te drukken en de toenemende mogelijkheden op het gebied van fiscale taxplanning.
Voorts wijst Stevens op de spanning tussen wetgeving en verdragen -met het daarin verankerde nationaliteitsbeginsel- versus de ras doorzettende internationalisering met de daaraan verbonden economische verwevenheid. Vervolgens signaleert hij de verwevenheid van de rol van inspecteur met dit wettelijk systeem en de verbondenheid van de adviseur aan de economische krachten van het veelal internationale veld.
In zijn afsluiting concludeert Stevens tot de volgende fiscale ethiek bevorderende aandachtspunten:
- meer aandacht voor principes en beginselen;
- stimulering van transparantie;
- beperking van instrumentalisering,;
- fundamentele oplossingen op Europees niveau;
- werk vooral met open normen
- en fraus legis verdient in dit kader zeker een tegenhanger.
Na deze bevlogen woorden gaf de dagvoorzitter het woord aan Donatello Piras van het Nederlands Debat Instituut die op onnavolgbare wijze de zaal wist om te bouwen tot één grote “debating floor”.
In de daarop volgende anderhalf uur zijn de volgende stellingen voorgelegd: De inspecteur mag grensverkennend bezig zijn. De wet is de enige leidraad in het handelen van de inspecteur. De adviseur dient alleen het belang van de individuele cliënt.
Tijdens de debatronde bleek steeds de pluriformiteit van de ethische invalshoek. De meningen vulden elkaar aan waar het feiten betrof waardoor de ethische lading ook weer veranderde. Na afloop gaven diverse deelnemers aan behoefte te hebben aan het herkauwen van de materie.
Nadat de dagvoorzitter de sprekers, het panel en de zaal had bedankt voor hun bijdrage, heeft de voorzitter van de NOB, mr. Henk Koller, prof. van der Geld en de organisatoren van dit symposium bedankt voor hun inzet en gefeliciteerd met dit waardevolle en dynamische symposium, waarna hij iedereen uitnodigde voor de borrel.
De symposiumcommissie.