Digitalisering, globalisering, individualisering en vergrijzing, wat is de fiscale relevantie van deze fenomenen? En hoe gaat de Belastingdienst hiermee om? Deze vragen stonden centraal op het jaarlijkse VHMF-symposium.
Dagvoorzitter Leo Stevens kaartte direct de vergrijzing bij de Belastingdienst aan. “De gemiddelde leeftijd is 50 jaar. Dat is een schat aan know how. Dit is een van de kroonjuwelen van de Belastingdienst.”
Stevens deed een oproep aan de ouderen om niet te vervallen tot “een club van cynische grijsaards”. “Betoon je een rentmeester van het proces van belastingheffing.” Hij voorspelde de groep jonge medewerkers, die het symposium meegeorganiseerd hadden, dat hun werk niet alleen nationaal gericht zal zijn, maar veel Europese en internationale aspecten krijgt.
Het jaarlijkse symposium van de VHMF (Vereniging van Hogere ambtenaren van het Ministerie van Financiën) in de Jaarbeurs in Utrecht werd bijgewoond door meer dan 400 medewerkers van het departement en de Belastingdienst.
SER-voorzitter Wiebe Draijer, een van de sprekers, gaf aan dat fiscale wetgeving een belangrijke rol kan spelen in het stimuleren of ontmoedigen van bepaald gedrag. “Sommige mensen vinden dat je belastingen niet moet verwarren met beleid. Toeters en bellen leiden af van het doel. Maar ik ben van een andere school.”
De SER-voorzitter bepleitte bijvoorbeeld fiscale prikkels om het huren van een huis gelijk te schakelen met het kopen van een huis. “Nu tel je niet mee als je huurt. Dat moet anders.” Hij is ook voorstander van fiscale maatregelen om de aflossing van hypotheken te stimuleren en om sparen te bevorderen. “Zolang dat zinvol is, niet om je vast te leggen voor de rest van je leven.”
Draijer vindt dat de komende twee jaar geen fundamentele herziening van het belastingstelsel moet plaatsvinden, omdat er nu geen wisselgeld is om inkomensstabiliteit te bevorderen. “We moeten die twee jaar gebruiken voor een fundamentele verkenning van een stelsel voor de toekomst, een stelsel met aandacht voor duurzaamheid en vergroening.”
Alexander Brenninkmeijer, de Nationale Ombudsman, vindt dat beleid en uitvoering afgestemd moeten zijn op burgers en bedrijven die deugen. Nu gebeurt dat juist niet, stelde hij.
Brenninkmeijer noemde de aangescherpte sanctiewetgeving in de sociale zekerheid. Er is een campagne om 65-plussers erop te wijzen dat ze het moeten melden als ze samenwonen. Daarmee voorkomen ze hoge boetes. “Hoeveel procent van de AOW-ers besodemietert de boel, denkt u?” Brenninkmeijer heeft het nagevraagd bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Triomfantelijk: ‘Nul komma nul nul vijf procent!’
De Nationale Ombudsman stelde: “De beste interface tussen Belastingdienst, burgers en bedrijven wordt gevormd door persoonlijk contact en een behoorlijke behandeling, vanuit gelijkwaardigheid en vertrouwen. Het gaat niet om de wet, het gaat niet om de schatkist, het gaat om mensen.”
In verschillende gespreksrondes tijdens het symposium werd aandacht gevraagd voor multinationals die belastingen ontwijken. Wilke Ruiter, landelijk vaco Vpb, vermoedt dat aan belastingontwijking alleen een einde komt als de reputatieschade voor het bedrijf in kwestie groot genoeg is. “Maar hoe lang houden wij het vol geen Starbucks koffie te drinken?”
De oplossing is dat overheden beter met elkaar samenwerken, stelt Theo Poolen, lid van het management van de Belastingdienst. “En dat is moeilijk. In Zwitserland steken zelfs kantons elkaar de loef af met belastingtarieven. Ik heb daar wel eens gefietst. In kantons waar de belastingen laag zijn fiets je door de kuilen en hobbels, maar in de buurt van Zurich, met hoge tarieven, zijn de paden mooi geplaveid.”
Stevens toont zich optimistisch. Hij vertelt hoe hij zelf als belastinginspecteur in de jaren ’70 en ’80 “met verbijstering” keek naar de fiscale constructies van destijds. “Van de werkelijke effectieve lastendruk kwam in de praktijk geen bal terecht. Maar wie had kunnen voorspellen dat het bankgeheim zo snel bespreekbaar werd gemaakt en op een aantal plaatsen rigoureus is afgeschaft? We moeten vertrouwen hebben.”